Al ver voor het jaar 900 is er sprake van de buurtschap Oudorp, een dorp onder de rook van Alkmaar met een eeuwenoude geschiedenis. Ook de plaats waar zich nu het kerkgebouw De Terp bevindt is historisch te noemen. Zeker in het jaar 1000 en waarschijnlijk al ver daarvoor heeft hier een kerk gestaan: een plek van stilte, eerbied, oriëntatie, ontmoeting en gebed.
Het kerkgebouw en de toren
In een geschrift uit 1866 staat dat de naam van Oudorp in het midden van de 11e eeuw, Aldenthorp was. Het geschrift gaat over de gesloopte toren van de kerk der Hervormde Gemeente te Oudorp, bij Alkmaar en werd geschreven in opdracht van de Commissie der Koninklijke Akademie van Wetenschappen voor de overblijfsels der oude vaderlandsche kunst enz.
De Terp zoals wij onze kerk noemen is gebouwd op resten van eerdere kerken op het hoge einde van een strandwal. Onderzoek en vergelijking tonen aan dat onderliggende funderingen van de toren van 1858 gedateerd dienen te worden in de 13e eeuw, maar gelet op de bouwverbanden bekend uit de 10e eeuw, mogelijk ook eerder. Wellicht is in haar eerste periode de kerk van hout geweest. Er zijn vervolgens resten gevonden van metselwerk uit de 15e en 16e eeuw.
Tijdens het beleg van Alkmaar in 1573 overleefde de kerk het oorlogsgeweld niet. Na de ramp duurde het tot 1599 voor er weer een godshuis verrees. Van deze kerk is behalve de eiken kapconstructie niets meer over.
In het midden van de 19de eeuw werd het kerkgebouw gerenoveerd. In 1865 nam de burgerlijke overheid het onzalige besluit om de toren te slopen. Tijdens de sloop viel de toren in de kerk en nam de hele westmuur mee. Het kerkbestuur gaf vervolgens opdracht de westmuur te herbouwen en een nieuw, kleinere houten toren te plaatsen. De aanbesteding van de restauratie vond plaats in de herberg “De Vuik” te Oudorp op 14 maart 1867. Het werk moest worden opgeleverd op 1 juli 1867.
Ondanks de ingenomenheid van het gemeentebestuur met de plannen van de kerkvoogdij wenste de overheid niet bij te dragen in de kosten van herbouw. Wel wilde burgemeester Bos de raad voorstellen de grond waarop de oude toren stond voor niets aan de kerk over te dragen.
“De raad is wel overtuigd, dat de toren Oudorp zou verfraaien, maar voor verfraaiing niet gepaard gaande aan nuttigheid kan geen geld beschikbaar worden gesteld”.
Wel was het gemeentebestuur bereid om een jaarlijkse bijdrage van f. 25,– te doen voor het luiden van de klok, of een bedrag in eens van f. 250,–. In maart 1867 bestelde de kerkvoogdij een klok bij de firma D.J. van den Brink te Amsterdam. Dank zij het besluit om een “goedkope” in Sheffield gegoten stalen klok aan te schaffen hangt de klok er nog steeds en is deze niet tijdens de tweede wereldoorlog door de Duitsers weggehaald.
Tammo W. Udema